- De Nederlandse sierteelt en andere exportbedrijven hebben afgelopen jaar aardig geprofiteerd van de sterke dollar die Nederlandse producten voor Amerikanen goedkoper heeft gemaakt.
- De opmars van de dollar had veel te maken met het rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank, die de beleidsrente fors heeft verhoogd.
- De kans dat Nederlandse exporteurs ook dit jaar steun krijgen van de sterke dollar is een stuk kleiner, betoogt valuta-expert Joost Derks van iBanFirst.
ANALYSE – Tulpen uit Amsterdam zijn – net als andere bloemen – behoorlijk populair over de grens. Vorig jaar was de totale exportwaarde van de sierteeltsector maar liefst 7,1 miljard euro. Dat is net iets minder dan de 7,3 miljard euro van een jaar eerder, maar wel beduidend meer dan de 6,2 miljard euro die er in 2019 vóór de coronapandemie werd uitgevoerd.
Afgelopen jaar tekende zich een lichte daling af van de uitvoerwaarde van bloemen naar grote exportlanden zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Maar het was vooral de nieuwkomer in de top 10 die in 2022 veel aandacht trok: de bloemenexport naar de Verenigde Staten nam met bijna 22 procent toe naar 167 miljoen euro.
Dure dollar maakt Hollandse tulpen goedkoper voor Amerikanen
De flinke stijging van de Amerikaanse vraag naar bloemen in de afgelopen jaren is behalve aan een groeiende consumentenvraag ook te danken aan de opmars van de dollar.
Eind 2020 was je nog net iets meer dan 80 eurocent kwijt voor een dollar. In september vorig jaar was de Amerikaanse munt echter meer waard dan een euro. Die koersstijging van 25 procent zorgde ervoor dat bloemen, planten en andere producten een stuk goedkoper werden voor iedereen die in dollars afrekende.
De stijging van de dollar was voornamelijk het gevolg van een groeiend renteverschil tussen Europa en de VS. In een poging om de oplaaiende inflatie onder controle te krijgen, begon de Federal Reserve al in het voorjaar van 2022 met het verhogen van de rente.
De Europese Centrale Bank hobbelde achter de Amerikaanse centrale bank aan met het verhogen van de rente. In juli 2022 kwam het belangrijkste rentetarief van de ECB voor het eerst sinds 2016 weer boven de 0 procent uit, terwijl de Amerikaanse beleidsrente toen al bijna 2 procent bedroeg. Dat grote renteverschil maakte het aantrekkelijker om vermogen aan te houden in dollars in plaats van euro’s.
Opmars van de dollar
Behalve door het oplopende renteverschil werd het vuurtje onder de dollar ook opgestookt doordat de munt een veilige schuilplaats is in onzekere financiële tijden. Onder meer door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de felle stijging van de inflatie was het vorig jaar behoorlijk onrustig.
Inmiddels ziet het er alweer heel anders uit voor de dollar. In de afgelopen maanden is de munt met ruim 10 procent gedaald ten opzichte van de euro. De kans is groot dat die glijvlucht nog niet voorbij is.
De Amerikaanse economie begint de afgelopen maanden langzaam wat te sputteren. De cijfers over de arbeidsmarkt vallen vaak wat tegen en economische indicatoren wijzen erop dat de activiteit in de industriesector wat gaat afnemen.
Steun in de rug voor Nederlandse export valt weg
Daar komt bij dat het financiële stelsel in de Verenigde Staten door het onverwachte faillissement van Silicon Valley Bank toch wat kwetsbaarder lijkt dan dat in Europa. Maar het grote verschil betreft, net als in 2022, het rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank.
De Federal Reserve zinspeelt er al op dat de Amerikaanse beleidsrente zijn hoogtepunt bijna heeft bereikt. Aan de andere kant is de Europese Centrale Bank voorlopig nog niet klaar met het verhogen van de rente om de hoge inflatie onder controle te krijgen.
De Nederlandse sierteeltsector moet er dus – net als andere exportbedrijven – rekening mee houden dat de rugwind van een stijgende dollar voorlopig niet terugkomt.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video's over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.